1 op drie vrouwen heeft te maken met fysieke seksuele intimidatie op de werkvloer

Denise Brijan 7 juli 2021 4 min
Categorie: Grensoverschrijdend gedrag

30 procent van de vrouwen heeft wel eens te maken hebben gehad met aanranding of een andere fysieke vorm van seksuele intimidatie. Dat blijkt uit onderzoek uitgevoerd in opdracht van CNV. Daarnaast heeft 61 procent van de vrouwen wel eens seksueel getinte opmerkingen, schunnige woorden, sissen of ander seksueel getint taalgebruik gehad.

Wat is seksuele intimidatie?

Seksuele intimidatie is een categorie grensoverschrijdend gedrag en vindt in vele vormen plaats. Grofweg kan je twee categorieën van seksuele intimidatie onderscheiden: fysiek en verbaal. Voorbeelden van verbale intimidatie zijn seksueel getinte opmerkingen, herhaaldelijk verzoeken om seks en seksueel getinte berichtjes sturen. Bij fysieke seksuele intimidatie moet je denken aan herhaaldelijk te dicht bij het slachtoffer staan, ongewenste aanrakingen, het slachtoffer proberen te zoenen en verkrachting. De aard van de seksuele intimidatie staat los van de ernst ervan: het is niet zo dat fysieke intimidatie altijd erger is dan verbale. Beide vormen kunnen als zeer bedreigend en ernstig worden ervaren door het slachtoffer.

Lees ook: De impact van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer

Ook mannen slachtoffer van seksuele intimidatie

Als het gaat om seksuele intimidatie, wordt sneller gedacht aan vrouwelijke slachtoffers. En die zijn inderdaad in de meerderheid. Maar ook mannen zijn slachtoffer van seksuele intimidatie. Uit het onderzoek van CNV bleek dat 5 procent van de mannen wel eens te maken heeft gehad met aanranding of een andere fysieke vorm van seksuele intimidatie.

Wie zijn de daders?

De slachtoffers van seksuele intimidatie noemen vaker een man als dader dan een vrouw. Maar ook vrouwen worden wel eens aangewezen als dader. Het College voor de Rechten van de Mens liet hier onderzoek naar doen. Hieruit bleek dat mannen in 79 procent van de gevallen dader zijn, vrouwen voor 21 procent. Zou het geslacht van het slachtoffer hierin nog uitmaken? Dat blijkt inderdaad zo te zijn: wanneer een vrouw seksueel geïntimideerd wordt, is de dader in de meeste gevallen een man (96%). Maar wanneer een man het slachtoffer is, krijg je een gevarieerder beeld. Dan is de dader volgens het slachtoffer iets vaker een man dan een vrouw (51% tegenover 49%).

Melden gebeurt nog niet vaak

Als werknemers te maken krijgen met seksuele intimidatie, wordt dat vaak niet gemeld bij de werkgever. In totaal maakt 37 procent van de slachtoffers melding van seksuele intimidatie bij de leidinggevende, een HR-medewerker, iemand van de directie, de bedrijfsarts, of de vertrouwenspersoon. Verreweg de meeste meldingen worden gedaan bij de leidinggevende: een kwart van de werknemers die in de afgelopen tien jaar te maken heeft gehad met seksuele intimidatie heeft daarvan melding gedaan bij de leidinggevende.

Werkgevers vinden meldingen lastig op te lossen

Wat wordt er gedaan met de meldingen die wel gedaan worden? Werkgevers hebben in veel gevallen al vermoedens dat er meer speelt dan ze zien of horen, maar vinden het lastig om problemen echt boven tafel te krijgen. Ook ervaren ze knelpunten bij de afhandeling van de melding. Ze vinden het bijvoorbeeld moeilijk om gesprekken met de betrokkenen te voeren, rekening te houden met alle belangen en tegelijkertijd te zorgen dat het gesprek indruk maakt op de dader. Werkgevers merken daarnaast dat ze vaak pas laat op de hoogte zijn van de problemen. Het is dan moeilijker om tot een oplossing te komen.

Heeft melden zin?

Ondanks de problemen waar werkgevers tegenaan lopen is een ruime meerderheid van de slachtoffers die melding heeft gemaakt van seksuele intimidatie geheel of gedeeltelijk tevreden over het resultaat. En als de dader wordt aangesproken op zijn/haar gedrag, heeft dat in de meerderheid van de gevallen tot gevolg dat het gedrag stopt. Maar ook hier zijn knelpunten. Ten eerste blijkt dat de dader niet altijd wordt aangesproken op zijn/haar gedrag, terwijl het slachtoffer dat wel wil. Het slachtoffer voelt zich daardoor niet serieus genomen. Ten tweede kan de situatie ook in negatieve zin veranderen wanneer de dader wordt aangesproken. Soms komt daar ander vervelend of schadelijk gedrag voor in de plaats. Om dit te voorkomen wordt soms anonimiteit beloofd aan slachtoffers, maar er in de praktijk komen situaties voor waarbij dit niet mogelijk is. Bijvoorbeeld wanneer er één slachtoffer is, is het voor de dadelijk eenvoudig te achterhalen wie de melding heeft gemaakt.

We kunnen dus concluderen dat seksuele intimidatie op de werkvloer nog veel gebeurt, maar dat een kleine minderheid van de slachtoffers hier een melding van maakt. Voor werkgevers is het daardoor lastig om hier vroegtijdig iets aan te doen. Bewust zijn van de signalen kan helpen. Wil jij meer leren over hoe je omgaat met seksuele intimidatie? Volg de e-learning Omgaan met seksuele intimidatie op de werkvloer.

Omgaan met seksuele intimidatie

Wil jij leren hoe je seksuele intimidatie op tijd herkent en omgaat met meldingen van slachtoffers? Volg dan de e-learning Omgaan met seksuele intimidatie op de werkvloer.


Meer informatie

>